- Het is veel werk, en feitelijk kan het veel efficiënter, maar dat is nog iets wat uitgevonden moet worden in de wiskunde, het is gewoon een enorme bureaucratie. Ik ben nou eenmaal lui, zoals al blijkt uit voorgaande posts... Zo maak ik slechts 1 op 10 opgaven en doe ik dat vaak in mijn hoofd, dan hoef ik het niet op te schrijven.
- Op toetsen word ik altijd afgerekend op vorm en niet op inhoud. Natuurlijk is dit wel een belangrijk aspect van de wiskunde en is dit bij wiskunde ook belangrijk voor de waarde van de redenering, maar dit werkt gewoon heel demotiverend.
vrijdag 2 juli 2010
Motivatie NOT
zondag 13 juni 2010
Notatie
Zodra ik op magister een 4.5 zag staan voor wiskunde D, wist ik dat er iets niet klopte...
OHJA
Die stomme notatie-motivatie-opstel-opdrachten, die er na talloze herinneringen toch bij in waren geschoten. Maarja, genoeg geluld, laat ik nou maar beginnen met NOTATIE. In mijn vakantie. Op vrijdagavond.
Allereerst meetkunde, waarin mijn mooie tekeningen natuurlijk uitblinken. (Ook nog ergens een wiskunde schrift proberen te vinden... en nu is het wachten op de printer/scanner/alles)

Een scan uit mijn wiskundeschrift zegt meer dan 1000 wiskundige symbolen…
Mijn filosofie is dat je toch geen perfecte cirkel kunt tekenen, dus je hoeft het ook niet te proberen! Deze zijn toch misleidend, en bovendien werkt het veel sneller zonder passer! (Op de toets doe ik dit wel, in verband met puntenverlies...)
Dit is volgens nutteloze wiskundige conventies natuurlijk in elk opzicht fout. Het is niet overzichtelijk, niet duidelijk, het bewijs is niet mooi opgebouwd en geen Q.E.D. natuurlijk. Het bewijs speelt zich af in mijn hoofd, en als ik het dan eenmaal gevonden heb hoef ik het niet meer op te schrijven. Niemand zal toch ooit de moeite nemen een blik op mijn wiskundeschrift te werpen. Voor de toetsen met meetkunde had ik een 9.x en een 10.
Een scan uit mijn wiskundeschrift zegt meer dan 1000 wiskundige symbolen…
Voor de aardigheid nog een prachtig voorbeeld, dit zijn nog wel de mooiere pagina’s uit mijn wiskundeschrift…

(Het “vierkant” vervangt Q.E.D., dat is “efficiënter”(lees: luier))
Ten tweede laat ik wat algebraïsche bewerkingen zien, in dit geval integreren, goniometrieen differentiëren. Deze zien er duidelijk beter uit, maar algebra spreekt mij dan ook veel meer aan dan tekeningetjes maken. (Ik probeer een meetkundig probleem dan ook zoveel mogelijk analytisch op te lossen.)

Er is altijd een ding, wat hieronder te zien is, wat mijn wiskunde leraar mij altijd erg aanrekent, en dat is het gebruik van de kettingregel en productregel in plaats van de quotiëntregel die ik erg vervelend vind.

Ten slotte nog een beetje wiskunde-D: (grappig hoe een smiley ontstaat xD) statistiek. Allereerst heb ik een foto van mijn aantekeningen, waarbij een bepaalde opmerking opviel:

Dit was nog erg netjes voor mijn doen vond ik! En dit was ook erg handig bij het leren, moet ik vaker doen…
Hmm tijd voor muziek… U hield toch van Dimmu Borgir, meneer Boers? Dit is pas echte metal!
http://www.youtube.com/watch?v=Fb5t4w0K1Ds
Dan nog notatie bij statistiek. Ik had niet zo goed opgelet tijdens de lessen, dus klooide ik maar wat aan… Toch maar opletten volgende keer! Nog iets: zoals je ziet kijk ik niet na, dit vind ik te veel moeite, ik heb het bijna altijd wel goed, en dan ligt het altijd aan slordigheden, ik heb het vrijwel nooit fundamenteel fout.

Hiermee sluit ik mijn eerste blog vanavond af! Ik hoop dat jullie ervan genoten hebben, en natuurlijk nog een random wiskunde-fail plaatje.
woensdag 30 september 2009
Uitslag van de Kolb test: Ik ben lui
Deze vier fasen volgen logisch op elkaar: als je iets meemaakt (ervaring) is het belangrijk daarna je ervaringen te overdenken (reflectie) en te veralgemeniseren (begripsvorming). Je kan dan een aanpak bedenken waarmee je een overeenkomstige gebeurtenis tegemoet kan treden (experimenteren). Als je die nieuwe aanpak, dat geleerde gedrag, daadwerkelijk gebruikt doe je weer nieuwe ervaringen op (concrete ervaring) waarover je weer kan nadenken (reflectie), zodat je nieuwe inzichten krijgt (begripsvorming).
Ook kan men een tegenstelling opmerken, van boven naar beneden en van links naar rechts. Boven is concreet, onder abstract en links is actief en rechts is dan weer passief. Door de zaak van vele kanten te bekijken leert met het meest effectief
De eerste test:
Na een snelle google naar “kolb leerstijlentest”, kwam ik al snel op de volgende site uit:http://www.thesis.nl/index.php?option=com_db8kolb&Itemid=42

Een denker dus...
“ Een denker houdt zich het liefst bezig met het vormen van begrippen. Het maken van theoretische modellen is de kracht van de denker. Voor de denker staan nauwkeurigheid, logica en het denken in zuivere, abstracte begrippen op de eerste plaats. Vanuit de (gemaakte) theoretische modellen probeert de denker richting de werkelijkheid te komen.”
Nu natuurlijk de aanrader van meneer Boers:
http://www.damhuiselshoutverschure.nl/tests/kolb_leerstijl.pl
- 3 : concrete ervaringen
Ik denk dat als ik nieuwe wiskunde leer vooral het deel van de denker naar voren komt: Het leren begint bij mij met observeren en door goed te kijken wat er nou gezegd wordt etc. Daarna komt het abstracte deel meer naar voren, en denk ik er zelf over na. Toch kan ik mij nog steeds niet vinden bij de score van concrete ervaringen, vooral niet na verschillende bijbehorende eigenschappen gelezen te hebben.
http://www.thesis.nl/index.php?option=com_db8kolb&Itemid=42
Tweede test:
http://www.damhuiselshoutverschure.nl/tests/kolb_leerstijl.pl
Derde test:

see more Epic Fails